Sterven doe je (meestal) niet alleen…

De Zuid-Afrikaanse schrijver en Nobelprijswinnaar J.M. Coetzee stelt dat niemand klaar is om te sterven zonder begeleid te worden (I don’t think we are ready to die, any of us, not without being escorted).

In zijn artikel “Internationale geschiedenis van hospices” beschrijft Rob Bruntink het ontstaan van de hospicezorg zoals we die nu kennen. Hospices danken hun bestaan voor een groot deel aan de werkzaamheden van de Engelse verpleegkundige en arts Dame Cicely Saunders (1918-2005). Zij richtte in 1967 in Zuid-Londen een speciale locatie op voor mensen die in het ziekenhuis opgegeven waren en die niet naar huis konden om daar te sterven: het St. Christopher’s Hospice. De zorg voor stervenden zoals die toen in ziekenhuizen werd verleend, vond ze te karig, te kaal en te eenzijdig. Volgens haar kon de gezondheidszorg nog veel voor deze patiënten en hun naasten betekenen. Met adequate pijnbestrijding bijvoorbeeld en bestrijding van andere symptomen die zich in de laatste levensfase kunnen voordoen.

Hulpverleners zouden aandacht kunnen besteden aan de niet-lichamelijke problemen, bijvoorbeeld op psychosociaal en spiritueel gebied. Deze zorg zou, aldus Saunders, uitbehandelde patiënten moeten worden aangeboden in hun eigen omgeving, en, als het niet anders kon, in een vervangende omgeving die zoveel mogelijk op thuis leek. Het zou een kleinschalige, rustige omgeving moeten zijn, met ruimte voor warmte en medemense-lijkheid. Naasten van de patiënt moeten nadrukkelijk bij de verzorging betrokken worden. Kortom: een totale begeleiding naar een waardige dood, dát viel aan patiënten en naasten nog te bieden als genezing niet meer mogelijk was.

Wij zijn trots op alle medewerkers van Sravana die dagelijks gestalte geven aan deze liefdevolle begeleiding en ondersteuning van zowel onze gasten als van hun naasten. Zij doen dit al vele jaren en zullen dit ook blijven doen. Hiermee in de voetsporen tredend van Dame Cicely Saunders.

Rinus Lauret
Lid van het bestuur

15 jaar Sravana, terugblik Ans Bolder

Tijdens mijn werk in de thuiszorg merkte ik dat mijn hart bij de terminale zorg lag. Toen ik in december 2008 aangenomen werd als coördinator van Sravana Thuis was dat een dag met een gouden randje en dat is het tot op de dag van vandaag nog steeds. Wel vroeg ik mij af of ik het werken aan het bed zou gaan missen, want daar ontstaan vaak bijzondere contacten tijdens de zorg.

In zijn artikel “Internationale geschiedenis van hospices” beschrijft Rob Bruntink het ontstaan van de hospicezorg zoals we die nu kennen. Hospices danken hun bestaan voor een groot deel aan de werkzaamheden van de Engelse verpleegkundige en arts Dame Cicely Saunders (1918-2005). Zij richtte in 1967 in Zuid-Londen een speciale locatie op voor mensen die in het ziekenhuis opgegeven waren en die niet naar huis konden om daar te sterven: het St. Christopher’s Hospice. De zorg voor stervenden zoals die toen in ziekenhuizen werd verleend, vond ze te karig, te kaal en te eenzijdig. Volgens haar kon de gezondheidszorg nog veel voor deze patiënten en hun naasten betekenen. Met adequate pijnbestrijding bijvoorbeeld en bestrijding van andere symptomen die zich in de laatste levensfase kunnen voordoen.

Maar dat heb ik geen moment gemist. Ik ga altijd op intake bij de cliënt thuis en zijn/haar naasten en dan ontstaat er een goed contact. Dan bespreek je ook de levensverwachting, van drie maanden of korter. Ook zijn er korte lijnen met de thuiszorg, oncologieverpleegkundige en de huisarts. Wel moet je jezelf goed kennen, ik noem het zelf altijd dat je puur bent. De zieke cliënt is dat ook en voelt haarfijn aan als dat niet zo is. Gewoon jezelf zijn. De eigen regie voor de cliënt is ook heel belangrijk. Als je rust uitstraalt en de tijd neemt om te luisteren en de wensen van hem of haar en de familie in acht neemt dan kunnen de vrijwilligers ’s nachts en/of overdag “er zijn”. Voor de naasten ben je ook heel belangrijk. Een van de naasten gaf aan: “Wat fijn dat ik een nacht kon slapen en er iemand bij mijn vader was, het voelde meteen al heel vertrouwd.”

“Zo kan ik het nog wel even volhouden.”

Soms merk je dat de drempel bij de cliënt en de familie heel hoog is om vrijwilligers in huis toe te laten. Vaak zit er dan een reden achter. Zij hebben hun naaste beloofd om voor hem of haar te blijven zorgen. Niemand weet hoelang het ziekteproces duurt en dan kan dat zorgen heel belastend voor de familie zijn. Als ze dan toch eenmaal de stap gezet hebben merken ze hoe fijn dat is. En ook doordat er zoveel mogelijk dezelfde vrijwilligers komen ontstaat een band.

In de eerst jaren zette ik de vrijwilligers drie nachten per week in. Dan konden de familie en de thuiszorg de andere nachten op zich nemen. Maar de laatste tijd merk ik dat de thuiszorg een tekort aan personeel heeft en goed moeten overwegen hoeveel tijd ze inzetten.

Als de zorg thuis niet goed geregeld kan worden dan is opname in het Hospice wenselijk. Dan merk ik dat die drempel niet meer zo hoog is als Sravana Thuis op dat moment al in beeld is.

Samen met VPTZ (Vrijwillige Palliatieve Terminale Zorg) organisaties in de regio verzorgen wij twee keer per jaar de Introductiecursus. Wij mogen er trots op zijn dat wij de vrijwilligers, nadat zij deze cursus van acht avonden gevolgd hebben, geschoolde vrijwilligers kunnen noemen. Daarna gaan ze weer naar hun eigen organisatie terug en worden daar ingewerkt, ondertekenen een overeenkomst en leggen de belofte af.

De coronaperiode was een heel bijzondere tijd. Zo’n vier maanden hebben wij geen inzetten thuis gedaan. Het was niet veilig genoeg en niet verantwoord. Daarna zijn wij heel voorzichtig weer thuis gaan inzetten met de nodige voorzorgsmaatregelen.

De combinatie van het werken bij Sravana Thuis en het Hospice heb ik altijd als heel fijn ervaren. Samen met mijn collega’s, vrijwilligers en het verpleegkundig team van Sensire de gasten in het Hospice verzorgen blijft heel bijzonder vooral omdat wij de tijd hebben voor de gasten.

De vraag en het belang van de vrijwilligers die Thuisondersteuning bieden zal in de toekomst alleen maar toenemen verwacht ik. De thuiszorg kampt met personeelstekorten en de naasten moeten langer doorwerken. Bovendien hebben veel mensen een kleine familie en een klein netwerk of zijn alleenstaand. Ik wens mijn opvolgster Bianca te Brake heel veel succes toe om dit mooie werk voort te zetten.

En mocht je al een tijdje denken misschien is dit vrijwilligerswerk wel wat voor mij, meld je dan aan voor een vrijblijvend gesprek bij de coördinatoren of via de website van Sravana.

Sravana zit in mijn hart en ik zal het blijven volgen.
Ans Bolder

Bezoek wethouder aan Sravana

Op vrijdag 10 maart heeft wethouder Patrick Moors van de gemeente Doetinchem, vergezeld door Wendy van Beek (strategisch adviseur bij de gemeente) een werkbezoek gebracht aan Sravana.

We hebben toegelicht dat Sravana een vrijwilligersorganisatie is en dat er zowel gasten in het ‘bijna thuis huis’ worden opgenomen als dat er ook ondersteuning thuis wordt gegeven. De verpleegkundige zorg wordt door Sensire ingevuld in samenwerking met de huisarts van de gasten of de eigen huisarts van Sravana. Ook de relatie met de Vrienden van Sravana is benoemd, net als de samenstelling en de rol van de Raad van Advies.

Verder hebben we uitgebreid gesproken over het huisvestingsvraagstuk. De gemeente is zich zeer bewust van het belang van Sravana voor de inwoners van Doetinchem. Dit aspect krijgt ook zeker een plaats in de woonzorgvisie die de gemeente komende periode zal ontwikkelen. Daarin zal centraal staan wat er voor de inwoners nodig is qua voorzieningen om in alle opzichten goede zorg te kunnen borgen.

Na een rondleiding door het hospice gaf de wethouder aan het werk van Sravana en de medewerkers/vrijwilligers zeer te waarderen en het een waardevol werkbezoek gevonden te hebben.

Tot ziens op de markt

Vertrek van Trudy Kouwen.

Voor alles is een tijd, zo luidt een bekend gezegde. Nu is de tijd gekomen dat ik afscheid neem van mijn werk in Sravana als coördinator. Met pijn in het hart, maar terugkijkend op 16 mooie jaren.

Als je werkt in de terminale zorg krijg je vaak de vraag: ‘is dat niet zwaar om te doen?’. Mijn antwoord luidt dan steevast: “ik heb de mooiste baan die er is”. Er gebeurt zoveel in het laatste stukje van het leven; intieme momenten, verdriet en afscheid, maar ook verzoening en niet te vergeten de humorvolle momenten. Om daar deel van uit te mogen maken is een cadeautje dat ik elke keer graag heb uitgepakt. Met veel plezier heb ik ook de grote groep van enthousiaste vrijwilligers mogen begeleiden. We hebben veel gedeeld, veel van elkaar geleerd en ook veel gelachen.

Echter, het ziekteproces en overlijden van mijn man Rob hebben gemaakt dat ik mijn taken als coördinator niet meer kan uitvoeren zoals ik dat zou willen en van mij wordt verwacht. Er is nu een tijd gekomen van herstel en nieuwe kansen.

Trudy - Stichting Sravana

Heel graag wil ik mijn lieve collega`s Ans Bolder en Heleen Klumper bedanken voor de extra uren die ze hebben gedraaid als ik weer eens uitgevallen was en de liefdevolle steun. Ook het meeleven van de vrijwilligers, team verpleging en het bestuur heb ik heel erg gewaardeerd. Ik zal jullie zeker missen, maar zoals ik vaak tegen de naasten van gasten zei bij het afscheid: “tot ziens op de markt”

Trudy Kouwen

Vrienden van Sravana
Marcel Caubo – Penningmeester

Of ik alsjeblieft een verhaaltje over mezelf voor de Nieuwsbrief wilde schrijven. Ehh, daar ben ik niet zo van. Ik werk liever op de achtergrond, want het draait om het goede doel en wat je daarvoor doet. Met ook een goed gevoel voor jezelf natuurlijk, maar niet met dat als primaire insteek. Dus focussen op de groep en het samen doen. Maar volhardend werd -overigens uitermate vriendelijk- gepusht om toch een verhaaltje. Dus…

Ik ben Marcel, 55 jaar, getrouwd, heb drie kinderen (22, 21, 17) en drie honden. Ik ben alweer enige tijd bij de Stichting Vrienden van Sravana. Destijds gevraagd als penningmeester. Wat, zo leert de ervaring, al snel gebeurt wanneer je registeraccountant bent (al ruim 30 jaar, eigen bedrijf samen met een aantal anderen met in totaal rond de 300 collega’s in dienst). Want ook bij een aantal andere verenigingen en stichtingen heb ik veelal die penningmeesterrol.

Vrijwilligerswerk heb ik vanaf jongs af aan veel gedaan. Dat heb ik meegekregen vanuit mijn opvoeding: binnen je mogelijkheden moet je pogen anderen te helpen wanneer dat kan. En naast het reguliere werk dan als vrijwilliger vanuit de zienswijze dat wat je met z’n allen doet toch eigenlijk onbetaalbaar is. Verzoeken om ergens bestuurslid te worden krijg ik iedere maand wel een keer. Dat geeft de gelegenheid na te denken over wat bij je past en waar je van toegevoegde waarde kunt zijn. (Vrienden van) Sravana voelde meteen goed.

Sravana is een hospice die top aangeschreven staat in de regio met het mooie streven mensen in hun laatste levensfase te verzorgen vanuit een insteek van het verlichten van pijn en het zo goed als mogelijk behouden van levenskwaliteit. Met ook ondersteuning voor familie en naasten. In het verleden heb ik vanaf de zijlijn een paar keer mogen meemaken hoe ontzettend warm, liefdevol, vol steun en dus ontzettend waardevol dergelijke zorg kan zijn.

Een mooi iets dus, waarbij vanuit de Stichting Vrienden van Sravana wordt geholpen met het creëren van financiële ruimte voor initiatieven en ideeën. En waar ik -naast het adequaat uitvoeren van het penningmeesterschap en de vinger aan de financiële pols houden- vanuit mijn werkkring wellicht een netwerk van potentiële donateurs kan ontsluiten. Dat laatste bleek de afgelopen periode pittig. Door Corona vielen vele echte contactmomenten weg. Niet te vergelijken met de ingrijpende gevolgen die de pandemie gehad heeft voor de daadwerkelijke zorg in de hospice overigens. Maar toch.

De pandemie is officieel voorbij en dat geeft op meerdere fronten weer een gevoel van vrijheid. Met de uitdaging van een nieuwe huisvesting voor de boeg is er ook -want dat helpt bij het vragen om steun- sprake van een concreet groot doel. Een uitdaging die we graag aangaan: samen zorgen voor een verdere stap van Sravana wat betreft randvoorwaarden en faciliteiten en daarnaast de relevantie van Sravana adequaat borgen. De kernwaarden zoals we die vanuit mijn werk hebben zijn daarbij uitstekend toepasbaar: Samen met Aandacht voor elkaar Vooruit!

Marcel Caubo

Nieuwe coördinator
Ineke Bennink

Mijn naam is Ineke Bennink en ik ben vanaf november regelmatig te zien in hospice Sravana.

Wie ben ik?….Ik kom uit de mooie achterhoek en woon samen mijn partner in Doetinchem. Wij hebben twee zonen in de leeftijd van 20 en 22 jaar. De jongste woont nog thuis.

Naast mijn werk hou ik van de natuur, van muziek, piano, beetje trekharmonica, gitaar, zing ik in diverse projectkoren, hou ik van gezelligheid met vrienden en vind ik het heerlijk om erop uit te trekken voor een weekendje of vakantie.

Ik heb lange tijd gewerkt als beleids- en projectmanager voor zorgorganisaties. Sinds november dus werkzaam als coördinator bij Sravana; Een mooie, warme en fijne plek om te werken; om een bijdrage te leveren aan de kwaliteit van leven en afscheid voor gasten en familie. Dit in samenwerking met de geweldige vrijwilligers, verpleegkundigen en het bestuur.

Er gaat de komende jaren veel veranderen, onder andere door het betrekken van een nieuwe plek. Ik hoop hier een mooie bijdrage aan te leveren.

Nieuwe coördinator
Bianca te Brake – Stinissen

Mijn naam is Bianca te Brake – Stinissen. Ik woon samen met mijn man, 2 kinderen en onze hond Saar, in een kleine buurtschap Barlo in de gemeente Aalten. De drie oudste kinderen hebben al een eigen stekkie.

Van oorsprong ben ik verpleegkundige en heb gewerkt in de verstandelijk gehandicapten sector, bij Kind en Jeugd Zozijn en de laatste jaren in de ouderenzorg / verpleeghuiszorg, waarin ik mijn affiniteit met de palliatieve terminale zorg verder heb moge ontwikkelen.

Ik ben erg blij met mijn aanstelling als coördinator binnen Sravana. En heb het stokje van Ans overgenomen wat betreft de coördinatie van de inzet van de vrijwilligers Thuis. Daarnaast uiteraard ook betrokken bij de zorg die geleverd wordt binnen het Hospice.

In mijn vrije tijd geniet ik van mijn gezin, de behendigheid training die ik wekelijks volg met Saar. Zing ik bij een popkoor bij ons in de buurt en spreek ik graag af met vriendinnen voor een heerlijke wandeling met of zonder lunch.

Sterfelijkheid en Sravana
‘Dood gaan we allemaal!’

Wie doet het niet af als een dooddoener? Je kunt weliswaar leven alsof je onsterfelijk bent, maar vroeg of laat zul je beseffen dat je sterfelijk bent, realiseer je je dat de dood onontkoombaar is, dat je je dus dient te verhouden tot je dood.

De vraag hoe te leven, is voor velen de vraag der vragen, maar deze vraag staat niet op zichzelf. Krijgt het antwoord op deze vraag niet pas zijn volle gewicht als ook deze vraag gesteld wordt: hoe te sterven? Carpe diem tegen de achtergrond van een memento mori. Pluk de dood indachtig je sterfelijkheid. Door te reflecteren op je eigen sterfelijkheid en de eindigheid van het leven, kun je ook een antwoord geven op de vraag hoe te leven.

Stichting Sravana

Dus… hoe te sterven? Het liefst met je familie, je vrienden, je dierbaren om je heen, samen in stijl, zonder angst en zonder schaamte. Wie tekent daar niet voor? Maar soms kan het sterven lang duren en dreigen de mensen om je heen afgemat, leeg, op te raken, fysiek, sociaal én mentaal uitgeput. Om dat te voorkomen kun je een beroep doen op de begeleiders van Sravana, die terminale zorg aan huis verlenen. Dan kunnen familieleden, vrienden, dierbaren een stapje terug kunnen doen om bij te komen, om op krachten te komen waarna zij weer volledig betrokken kunnen zijn.

Piet-Jan,
Vrijwilliger in de thuisondersteuning van Sravana

Sravana

“Innerlijk luisteren, luisteren naar de betekenis achter de woorden, om zo liefdevolle zorg en aandacht te geven. Dat is wat wij doen bij Sravana. Dat is wat Sravana betekent… “